Ik heb 45 jaar de tijd gehad om me op deze dag voor te bereiden. Het was niet lang genoeg. Wat moet je zeggen op de crematie van je eigen moeder? Dat je haar zult missen? Dat je van haar gehouden hebt, ook op de momenten dat je ruzie met haar had? Dat je jezelf er regelmatig op betrapt dat je dingen tegen je zoons zegt die zij vroeger tegen jou zei? Het is allemaal waar, maar wat helpt het? Om mijn moeder volledig te typeren zou ik de dag kunnen vullen. Maar dat gaan we niet doen hier en nu. Ik ga een poging doen, maar ik weet nu al dat ik haar daar mee te kort doe. U moet mijn woorden maar zelf aanvullen met uw eigen herinneringen aan mijn moeder.

Mijn moeder is geboren op 26 september 1949 in de Hoven, als 2de kind in een bloemisterij-gezin. Ze heeft altijd hard moeten werken in de tuin en kas bij mijn opa en oma. Later moest ze de bloemen bezorgen bij de mensen thuis. Mijn moeder had geen groene vingers; ze keek  wel graag naar bloemen en planten, maar verder niet. Ze is iets totaal anders gaan doen: het kappersvak in; dit heeft ze tot haar trouwdag in loondienst gedaan.

 

Ze leerde mijn vader kennen, ze werden verliefd en al snel ontdekte ze dat ik op komst was. Mijn vader en moeder trouwden met elkaar op 29 juli 1970. Ze gingen in de Baankstraat in de Hoven wonen. In Februari 1971 werd ik geboren. In juli dat jaar overleed mijn tante Willy; zij was mijn moeders zus, en in november oom Piet, mijn moeders zwager. Het was een vreselijke periode. Iedereen was erg aangeslagen, mijn ouders moesten er zijn voor mijn opa en oma en mijn nichtje Antoinette, die nog maar twee jaar was. Maar ze hadden zelf natuurlijk ook veel verdriet en ook nog een baby van een half jaar om voor te zorgen.

 

In augustus 1976 kwam eindelijk mijn broertje Ralph, wat heeft mijn moeder daar lang op gewacht. Het gezin Reidinga was compleet. Mijn moeder was fulltime moeder en kluste hier en daar wat bij als thuiskapster en had daar veel plezier in. Ik zag dat plezier. Zo goed, dat ik zelf ook kapster wilde worden toen ik klein was. Dat is gelukkig later over gegaan: dat is voor iedereen beter, waarschijnlijk.

 

Mijn ouders kochten een caravan en zetten die neer op een camping in Dalfsen. We gingen als het even kon elk weekend naar de camping en in de zomervakantie een aantal weken, Antoinette ging meestal ook mee en we hadden daar veel schik. Een aantal jaren hebben we op de camping gestaan, dit was een erg leuke tijd waar ik veel leuke herinneringen heb.

 

Toen Ralph en ik ouder werden ging mijn moeder weer buitenshuis aan het werk. Ze ging op de Mettray werken; ook toen de naam werd veranderd in Rentray en later in Intermetzo, bleef mijn moeder praten over ‘Mettray’. Ze is begonnen in de huishoudelijke dienst, later heeft ze de MBO-opleiding IW gedaan en werd ze groepsleidster. Dit heeft ze al die tijd met ontzettend veel plezier gedaan. Ze leefde voor haar werk. Ze heeft hiermee moeten stoppen toen ze in 1999 voor het eerst werd geconfronteerd met kanker. Dat ze dit moest ondergaan vond ze bijna nog erger voor mijn oma dan voor haarzelf: mijn opa was net overleden toen het ontdekt werd en mijn moeder heeft erg veel moeite gehad om het mijn oma te vertellen. Mijn moeder kwam in aanmerking voor bestralingen; ze ging er vol goede moed in. Het was een spannende tijd maar de behandeling heeft goed gewerkt; ze werd na een aantal jaren ‘schoon’ verklaard.

 

Toen ze vijftig werd, kreeg van ons allemaal een parachutesprong want dat wilde ze ontzettend graag. We zijn met de hele familie komen kijken en mijn moeder vond het fantastisch.

 

Mijn moeder was vreselijk trots op haar kleinkinderen; Dennis, Dion, Dane en Mare.  De kinderen van Antoinette, Danique, Yvette en Sander hadden ook een speciaal plekje in haar hart.

 

Vorig jaar ging het eigenlijk gestaag minder goed met mijn moeder. Ze werd wat benauwder en kreeg het moeilijker. Je kon het ook aan haar zien eigenlijk, zeker achteraf bekeken. Ze kreeg wederom een slechte uitslag; de genezingskans was gering. Mijn moeder ging positief en vol goede moed de verschillende behandelingen in. Ze zei: “Ik ga er voor”. Maar wat viel het haar zwaar. Direct na de eerste chemokuur struikelde ze al en gaf haar lichaam het al bijna op; als gevolg van uitdroging was haar nierfunctie al bijna uitgevallen. Ze kreeg een sonde en hier heeft ze ook niet meer zonder gekund. Haar eetlust verdween. Als ze zich zo ziek voelde, leek ze het soms bijna op te geven. Op momenten dat het weer beter ging, kwam ook haar vechtlust terug en was ze weer vol goede moed. Ze was keihard voor zichzelf en wilde niet klagen. Maar misschien juist wel doordat ze niet klaagde, heeft ze meer heeft geleden dan wij allemaal wisten, denk ik.

 

Afgelopen woensdagavond was ik bij haar in het ziekenhuis, waar ze die ochtend net weer was opgenomen. Mijn vader was er nog niet. Ze was wat wazig maar reageerde nog wel adequaat. Ik stapte naar buiten om Bas, de verpleegkundige (die overigens samen met Ralph heeft gediend in Screbenica; hoezo toeval bestaat niet?) ruimte te geven om haar te assisteren bij de toiletgang. Twee minuten later kwamen er allemaal verpleegkundigen aangerend en verdwenen in de kamer van mijn moeder. Ze was weg gevallen tijdens de transfer van stoel naar bed. Zelfs het reanimatieteam werd opgeroepen; zij hoefden gelukkig niet in actie te komen. Inmiddels arriveerde mijn vader en om te voorkomen dat hij op de hectiek liep, ving ik hem op bij de lift. Maar dat was natuurlijk alsnog raar voor hem. Even later mochten we bij mijn moeder en Bas vroeg aan mijn moeder hoe het ging. “Goed,” zei ze. Ja hoor mam, tuurlijk gaat het goed. De arts van de intensive care kwam en vertelde haar dat hij haar op wilde nemen. “Maar”, zo zei hij, “Ik maak je direct in slaap en breng daarna een beademingstube bij je aan. Daar merk je dan niets meer van.” Mijn moeder reageerde op zijn Hetty’s: “Wat moet dat moet.” Het is tevens het laatste wat wij van haar gehoord hebben.

 

Mijn opa stierf op de dag van de zonsverduistering op 11 augustus 1999; een bijzondere dag. Het is echt typisch iets voor mijn moeder om hem daar in te overtreffen: Volgend jaar en de jaren daar na aan haar zullen wij aan haar moeten denken tijdens Dodenherdenking, Hemelvaartdag, Bevrijdingsdag, het Heufs Volksfeest èn de Avond4Daagse Holten.